Mijmeringen over het Geloof van Leiden

Twee mensen zijn het begin, met twee mensen kun je de wereld aan. Met twee mensen heb je een ontmoeting die aan het begin kan staan van grote veranderingen.

Voor mijn boek ‘Lopend door Leiden’ waarin ik onder meer vertel over de geschiedenis van de Pieterskerk, heb ik er uitgebreid rondgelopen om foto’s van het interieur te maken. In die beelden zocht ik de mystiek van de kerk. In ‘het Geloof van Leiden’, een voorstelling van PS|theater in samenwerking met verschillende partijen, was de Pieterskerk het decor. De beelden die ik daar zag, benaderden de mystieke sfeer van de kerk en tegelijkertijd symboliseerden de beelden de ontmoeting van en met stadsgenoten. De voorstelling verbond verleden en heden met elkaar.

In het stuk (tekst van Eva Mathijssen) is geloof niet direct verbonden aan religie en door de Pieterskerk als decor te nemen, is dat ook niet nodig. Zo wordt Petrus, de beschermheilige van de stad, niet genoemd. En toch is hij aanwezig vanwege de kopie van het Laatste Oordeel van Lucas van Leyden, dat links achter in het schip hangt. Het gaat veel eerder om geloof in de stad, in de wens niemand buiten te sluiten, geloof in elkaar en om het geloof van de kracht die ontmoeting tot stand kan brengen.

De voorstelling heb ik twee keer gezien, omdat je – zei Proust dat niet – iets pas voor het eerst ervaart als je het een tweede keer waarneemt. In eerste instantie werd ik overspoeld door beelden, waarbij de tekst niet volledig tot me doordrong, de verhaallijnen daardoor aan de beelden ondergeschikt werden. De tweede keer waren de beelden nog steeds overweldigend, maar doordat ik ze in mijn geheugen had opgeslagen, was er meer ruimte voor de tekst.

Daarin was de inleiding die PS|theater haar vrienden aanbood voorafgaand aan de voorstelling op 11 juli zeer behulpzaam. Twee bevlogen kunstenaars: regisseur Pepijn Smit en tekstschrijver Eva Mathijssen vertelden hoe het Geloof van Leiden tot stand is gekomen en welke verhaallijnen er in het stuk te onderscheiden zijn. Ik geloof dat een dergelijke inleiding vaste prik moet zijn om de achtergrond van een stuk te verhelderen en toeschouwers ‘op te warmen’ voor wat komen gaat.

Langzaam ontvouwden die lijnen zich tijdens het spel. De vader, de zoon en misschien wel een kleinkind of de zoon als jongen, of misschien een verwijzing naar de drie-eenheid uit de joods-christelijke traditie. Het Dans Orkest 7-27 dat dwars door alles heen een eeuw muziekgeschiedenis brengt, een groep tegendraadse mensen met een beperking die zich geen enkele beperking laten opleggen (Domino), pubers die de ander voor het eerst bewust lijken te ontdekken en – hoe toevallig – Adam en Eva heten en twee bevlogen utopisten die de stad hun POP-UP Utopie voorschotelen. In hun enthousiasme raken Jonah en Sara de stad bijna kwijt tot ze beseffen dat een opgelegde utopie niet werkt, een illusie is, dat mensen aangeraakt worden door elkaar te ontmoeten, bijvoorbeeld op de plek waar ooit een waterput was en een kerk ontstond. Het Geloof van Leiden is rond, PS|theater is met zomerreces, maar zal in het nieuwe seizoen beginnen aan Het Verlangen van Leiden. Ik geloof dat ook dat weer prachtige producties zal opleveren.

Gezien: 5 en 11 juli 2015 op locatie in de Pieterskerk
Zie ‘Het Geloof van Leiden‘ voor alle medewerkers!

Eva Mathijssen

Eva Mathijssen

POP-UP utopie van Jonah en Sara

POP-UP utopie van Jonah en Sara

20150711_205548

Dwars door alles heen

20150711_214358

De stad komt als je haar los laat

Geplaatst in Leiden, Muziektheater, Theater | Tags: , , , , | Een reactie plaatsen

Perfecte balans in Stadium IV van Sander Kollaard

68b192fb60-Stadium IV voorkantBoekenweek. Ik stond bij Kooyker en mijn oog viel op ‘Stadium IV’ van Sander Kollaard. Ik was alweer vergeten dat het etiket ‘boek van de maand’ erop geplakt was door de nimmer stakende nieuwe onderwerpen verzinnende redactie van de Wereld draait door (DWDD). Ik bladerde erin en het eerste wat ik zag was de titel van een van de eerste hoofdstukken: ‘Niet-kleincellig longcarcinoom, stadium IV’ en schrok omdat een van mijn vriendinnen dezelfde diagnose hoorde, nog geen jaar geleden. Het kon niet anders. Ik moest het wel meenemen. Het is uit, ik heb nog geen vijf minuten geleden de laatste bladzijde gelezen. In één ruk, zoals het zo weinig poëtisch heet.

Het is, dat werd vast al door anderen genoemd, een liefdevol boek. De sticker op de omslag verraadt het al: Ode aan de liefde, het etiket van DWDD. Met veel oog voor detail en een verrassend passende timing, een ritmische balans, nemen de woorden me mee naar een onbekend land.  Krijg ik in vogelvlucht een heel leven voorgeschoteld. Een leven dat zich voornamelijk lijkt af te spelen op een eiland dat lijkt op het lijf van een vlinder zonder vleugels. Zie ik de helix voor me van een knikker, amulet en rode draad door het boek, als strohalm om aan vast te houden, als metafoor voor het wrede toeval van een kink in de kabel in ons DNA. Die strohalm voelde ik ook bij de soms zakelijke toon over het verloop van de ziekte. Een verademing misschien, om de emotie die als vanzelf wordt opgeroepen, tijdelijk de baas te kunnen.

De opbouw en de balans tussen nu en toen is zo volstrekt logisch dat het voelt of je niets van het leven van Barend en Sarie hebt gemist.

Geplaatst in Literatuur | Tags: , | Een reactie plaatsen

Zwermen rond immense schilderijen van Rothko

Ooit schreef ik over Rothko en was benieuwd wat er zou gebeuren als ik voor die immense schilderijen zou staan. Ik verheugde me dan ook op de grote tentoonstelling in het Gemeentemuseum. En ben zo vaak van plan geweest om te gaan. Uiteindelijk ging ik pas in de laatste week.

Met trein en tram haastte ik mij die zondag naar het Gemeentemuseum. De enige was ik niet, maar toch kon ik zo doorlopen: kaartje met korting (want uiteraard museumkaarthouder), kluisje voor mijn spulletjes en hoppa – naar boven. Ik zocht die emoties en vond ze in eerste instantie niet. Te druk. Bij de ingang stond tevergeefs het schriftelijk verzoek de stilte te bewaren, maar dat verzoek werd massaal genegeerd. Geroezemoes alom. Logisch ook, je wilt juist je ervaring delen. De ontbrekende stilte zorgde ervoor dat ik cerebraal naar het werk keek, ‘meditatie’ was onmogelijk. Ik besloot het geroezemoes voor lief te nemen, zowel naar de werken te kijken als naar de mensen. Het viel me op dat we net als spreeuwen waren, gedwongen door de krapte bewoog iedereen zich behoedzaam, gaf de een de ander de ruimte om toch dat moment van ‘alleen zijn met een doek zonder titel dat zijn werk enkel doet op geringe afstand ervan’.

20150222_105824Ik ging zitten, keek rond, luisterde naar de verhalen van gidsen en bezoekers, liep weer rond, liep zaal in en uit en kwam steeds weer terug, merkte dat ik geen afscheid kon nemen, nog een keer naar dat rode doek kijken. Dat rode doek, dat door intens kijken van kleur leek te verschieten, oranje werd, bijna geel. Het hing in de zaal met Victory Boogie Woogie van Mondriaan. Essentie. Primaire kleuren. Ik zag andere doeken van Mondriaan en herkende er Rothko in, of andersom. Er was in een andere zaal een doek, oranje, met vlakken en strepen, een ode aan Mondriaan?

Rothko vond eigenlijk dat je elk doek apart zou moeten zien, in een kapel. Devoot als een monnik het doek op je in laten werken. Ik zag het, mensen bleven langer staan of zitten om het op hen in te laten werken. En ik hoorde hen over hun associaties praten. Van Gogh, die ene, die met het blauw dat bewerkt is met golven, daarboven het felle geel dat lijkt te schijnen als de zon. Ik dacht Starry Night, zij vonden het meer weg hebben van zijn laatste werk, korenveld met kraaien. En terug liep ik weer, maakte gebrekkige foto’s van details om er iets van vast te houden. Blij dat ik er was en ja, heel soms kwam er iets los, toen ik schilderijen zag die meer op sculpturen leken en van het platte vlak op mij af leken te komen.
20150222_111726

Rothko1

 

Geplaatst in Kunst | Tags: , | 5 reacties

Keiga in SieboldHuis

Kawahara Keiga (schatkamer)

Kawahara Keiga (schatkamer)

Tekst volgt!

Geplaatst in Kunst, Leiden | Tags: , | 1 reactie

I love Leiden

Meelfabriek

Meelfabriek ‘de Sleutels’

Al sinds 1977 wandel en fiets ik door Leiden. Gelukkig was ik in de eerste jaren vooral bezig met studeren en het daarbij horende studentenleven, zodat ik de grauwe staat van de stad volledig aan me voorbij heb laten gaan. Direct na mijn studie vertrok ik overdag naar een straat in het centrum van den Haag en had ik weinig oog voor de toch opmerkelijke verbeteringen die de Leidse gemeente vanuit haar positie als armlastige en door de overheid ondersteunde gemeente aan de binnenstad kon aanbrengen. Van een grauwe economisch ingestorte industriestad werd Leiden opgepoetst en een stuk kleurrijker. Sinds ik me in 2005 stortte op bijhouden van een weblog en een digitale camera aanschafte, ging ik met andere ogen naar mijn stad kijken. Tot dan toe was ze mijn geliefde woonplaats, vanwege het dorpse karakter. Vanaf het moment dat ik door mijn camera keek, werd me duidelijk dat ik er niet alleen graag woon omdat je altijd vrienden en bekenden ontmoet en je er gemakkelijk nieuwe vrienden maakt. Leiden is ook nog eens geweldig fotogeniek. Het licht is er uniek en dat komt ongetwijfeld doordat Leiden zo dicht aan zee ligt, ook al een positieve bijdrage aan het woongenot.

Ooit ontmoette ik op vakantie in Griekenland een jongen die al heel zijn leven in Athene woonde en nog nooit op de Plaka was geweest. Omdat ik er zo enthousiast over was, wandelde hij met mij naar de Akropolis, een eeuwenoud monument waar hij altijd aan voorbij gelopen was. En dat deed ik in mijn eigen stad ook: ik fietste en wandelde met duidelijke doelen voor ogen, zonder onderweg rond te kijken. Mijn weblog heeft me de ogen geopend, mijn camera heeft mijn horizon verbreed en verdiept. Op de fiets door Leiden, onderweg naar huis, zag ik steeds meer details en ontdekte ik hoe geweldig de stad is.

Geplaatst in Fotografie, Leiden, Persoonlijk | Tags: , , | 4 reacties

Ambassadeur van PS|theater

Trouw, 28-7-2014

Trouw, 28-7-2014

Deze week stond er een mooi artikel in Trouw over een jaar lang De Hoop van Leiden door theatergezelschap PS|theater. Het artikel werd geschreven door journalist Marcel ten Hooven en de foto is van Rob Overmeer. Een prachtig monument voor wat PS|theater in Leiden teweegbrengt.

In het seizoen 2012/2103 begon PS|theater aan ‘de Atlas van Leiden’ met het eerste van vier thema’s: het Verdriet van Leiden. Aan het einde van dat seizoen werd een digitaal magazine gemaakt, met twee van mijn blogs erin, maar ook een essay over afscheid, verdriet en emoties in theater. Tot nu toe was dat niet te lezen op mijn blog, maar door het artikel in Trouw werd ik weer nieuwsgierig naar mijn stuk en naar de mooie foto’s van Luca di Tommaso (Leaving Leiden), die nu met zijn gezin in Berlijn woont. Wij waren de eerste ambassadeurs van PS|theater.

Hier kun je dat magazine lezen.

In juni 2013 tijdens een repetitie

In juni 2013 tijdens een repetitie

Geplaatst in Leiden, Theater | Tags: , | Een reactie plaatsen

Radioprogramma organiseert Evenement CLIC

Bart Wirtz twittert dat hij op de radio is

Bart Wirtz twittert dat hij op de radio is

Nog twee weken, dan is de laatste uitzending van Cultuur071 bij Sleutelstad voor de zomerstop. Elke zaterdag te horen van 10 – 12 uur via 93.7 FM en via 102.4 (kabel). Altijd met een studiogast die actief is op het gebied van kunst en cultuur, zoals een kunstenaar, schrijver, theatermaker of muzikant. Bart Wirtz is een van de vele muzikanten die het afgelopen jaar studiogast waren. Twee uur lang spreken de vaste presentatoren Gideon Roggeveen en Han Ruijgrok met hen over hun leven en werk. ik maak meestal foto’s van gasten en plaats die op Twitter. Na afloop schrijf ik meestal een stukje over de uitzending, die je ook gewoon hier kunt terugluisteren. En dit jaar is er iets nieuws!! En daar wil ik graag reclame voor maken,

Op 16 juli vindt er een live evenement plaats in Scheltema om 20.00 uur en het is gratis!! Er zijn twee podia met een selectie muzikanten die live in de studio speelden. Kom kijken en luisteren.

Cultuur071 Live in Concert.

voorkant poster

achterkant poster

Geplaatst in Leiden, Muziek | Tags: , | 1 reactie

Voorproeven van Meesterproeven T.I.M.E.

De studenten van TIME (2012-2014) hebben aan diverse instellingen voor beeldende kunst en theater gestudeerd. Twee jaar lang werken zij aan hun Master ‘This Is Music-Theatre Education’ (T.I.M.E.) aan de Hogeschool der Kunsten Den Haag, onder begeleiding van Paul Koek, Paul Slangen en gastdocenten. De tweede lichting staat te trappelen om af te studeren met hun Meesterproef, op 23 en 24 mei in de Leidse Schouwburg. Wat ze gaan doen, kon geïnteresseerd publiek vast voorproeven op 24 april.

Voorproeven van Meesterproeven, zo heette het evenement dat de Veenfabriek organiseerde. Het thema van de avond is “improvisatie”. Met een voorproefje op het voorproeven begint de avond in de EXPO, de ruimte naast de foyer van Scheltema. We hoorden hypnotiserende tonen en zagen de omzetting ervan in golven van licht. Minutenlang staarde ik gebiologeerd naar de aanstormende golven, net zoals ik graag aan het strand zit, turend, terwijl de branding bruist, de meeuwen krijsen, het zand knispert en stemmen in de verte klinken.

Ongeveer een kwartier eerder heette de in goud geklede Joske me welkom voor ik Scheltema binnenging. Of ik maar alvast een stoel wilde uitzoeken en – dacht ik – meteen ook maar gezelschap. In de theaterzaal stonden tafels, voorzien van ‘labels’ met de tekst ‘messen’, ‘vorken’, ‘lepels’, ‘glazen’, ‘bloemen’, een project van Lisa. We zochten een tafel uit en pakten ons eigen glas en bestek. Wonderlijk hoe je dan toch weer aan een tafel met direct of indirecte bekenden komt te zitten. Jorinde trapt af met uitleg over het bedrijvenproject van de Masterstudenten van T.I.M.E. en na een Rap met samples (door een van de kwetsbare jongeren van Heliomare, een van de bedrijven) eten we verdomd pittige soep (van de Bostel Brothers).

Joske en Jos van den Broek

Joske en Jos van den Broek

Dat improviseren het thema van de avond was, hadden we te danken aan het boek: De Improvisatiemaatschappij van Hans Boutellier, directeur van het Verwey Jonker Instituut. Samen met hun maatschappelijke coaches hebben de studenten dit boek van alle kanten benaderd. Een van de maatschappelijke coaches is hoogleraar wetenschapscommunicatie Jos van den Broek.

Geen problemen, maar kansen

Geen problemen, maar kansen

Als er een in slaagt de complexiteit van het boek bloot te leggen, is hij het wel: aan de hand van verhelderende dia’s legt hij uit hoe die improvisatiemaatschappij er volgens Boutellier uitziet, namelijk als een jazzorkest: iedereen luistert naar elkaar en toch krijgt elk individu de kans om vrij te experimenteren binnen de afgesproken structuur van een akkoordenschema. Diverse wereldbeelden passeren de revue in de lezing: van risicomaatschappij tot fluïde en onbegrensde werelden en sociale netwerken die weer verbonden worden door connectoren en van een top-down aanpak van problemen naar een bottom-up kijken naar kansen en mogelijkheden.

Toon Maassen over de Ceuvel

Toon Maassen over de Ceuvel

Later op de avond horen we een verhaal uit de praktijk dat nauw aansluit bij het theoretische en complexe verhaal van Jos van den Broek. De Ceuvel is een voormalige scheepswerf in Amsterdam-Noord waar een multidisciplinaire groep jonge ondernemers, zoals (landschaps)architecten, kunstenaars en ambachtslieden in tweedehands woonboten werken aan een zuiverende tuin. Ze doen dat al improviserend, met een klein budget. De pijlers waarop dit project draait zijn (ver)bouwen, duurzaamheid en water. Volgens Guus van der Ven en Toon Maassen kan de stad zelfvoorzienend worden met een ‘gezonde spijsvertering’. De Ceuvel is een broedplaats met kantoren voor creatieve ondernemers: zo gaat Toon er een café runnen dat gemaakt is van meerpalen en oud hout.

De hoofdmoot van de avond is echter voor de studenten van T.I.M.E. Zij laten zien waarmee ze bezig zijn, ze experimenteren en improviseren, ontroeren, vragen zich af wat een fluïde maatschappij is, of er ontgrenzing bestaat en brengen ons in verwarring, net als de lezing van Jos van den Broek.

De compositie

De compositie

Sterre en Jaap

Sterre en Jaap

We horen Joske, Jorinde, Lisa en Sterre zingen van bijzondere bladmuziek, niet op basis van notenschrift, maar met behulp van tekeningetjes (zie foto). De compositie is van Lisa. We zien een student rommelen onder de piano, terwijl Sterre onder begeleiding van pianist Jaap improviseert op een klassiek muziekstuk. Intussen maakt een van de jongeren van Heliomare achter in de zaal een tekening waarin ze zichzelf uitbeeldt. En sleept Claudia ons mee op de klanken en flarden van een comadroom. Vullen onze gedachten zich met doodsangst in twee talen, half verstaanbare zinnen, zweven we voor even tussen leven en dood, soezen we bijna weg op klanken die ons in de verte herinneren aan dat ene wiegeliedje en blijft er uiteindelijk alleen een zware zoemende toon over, het geluid van hart-longmachines? Bas zingt zijn versie van Schubert en neemt ons later mee een duistere wereld in. En dan is er Jorinde die ons aan het begin van de avond met een ‘warming-up’ verraste. Zij zingt twee liederen waarin ze gebruik maakt van onderwaterwereldbeelden, kleurimpressies en dans (met Joske). Samen met de muzikale ondersteuning van Ton van der Meer sluit ze hiermee een inspirerende avond af.

Jorinde en Joske

Jorinde en Joske

Er waren zoveel indrukken, dat ik vast en zeker nog iemand vergeten ben. Als je benieuwd bent waar al die fragmenten en improvisaties uiteindelijk toe leiden, dan kun je op 23 en 24 mei komen kijken in de Leidse Schouwburg.

Geplaatst in Leiden, Muziektheater | Tags: , , | Een reactie plaatsen

Prikkelende Veenproef Utopisch Nest

Het begon er al mee dat je als publiek van Veenproef Utopisch Nest via het theatercafé naar binnen moest. De hoofdingang was bestemd voor een feest. Een afwijking van een patroon geeft verwarring. Het is alleen niet precies duidelijk op welke plaats in je lijf die verwarring waarneembaar is. Indrukken, meestal ook aangeduid met sensaties, komen via vijf zintuigen binnen. Je ziet, voelt, hoort, ruikt of proeft dingen in je omgeving en daarmee tast je die omgeving letterlijk en figuurlijk af. Het doorbreken van patronen helpt om je zintuigen open te zetten en je bewust te zijn van de prikkels die je lijf signaleert.

Resi van der Ploeg

Resi van der Ploeg

Als inleiding op de prikkelende avond, vertelde Resi van der Ploeg, projectleider van Utopisch Nest, wat er in de jaren sinds de oprichting is georganiseerd en over de doelstelling om in het zinderende Scheltema interdisciplinariteit te bewerkstelligen. In de jaren na het pilotjaar (2009) zijn er fantastische projecten georganiseerd. Dit jaar reageert Joost Rekveld met project #47 op de tentoonstelling Utopia die in museum de Lakenhal heeft gestaan en op het thema Kracht en Toekomst van de Veenfabriek. Na de inleiding wordt het voorgerecht opgediend (catering The Bostel Brothers), eten dat meer dan de smaakpapillen raakt.

Maarten Doorman

Maarten Doorman

Ook de eerste lezing prikkelt ons, maar dan vooral intellectueel: Maarten Doorman beweert dat Kunst pas 200 jaar bestaat. En niet omdat het al sinds mensenheugenis een vorm van creativiteit is, zoals in de grotten van Lascaux te zien is, een manier om je te uiten, een manier om weer te geven hoe de werkelijkheid eruit ziet. Nee, het is pas sinds het begin van de achttiende eeuw dat een kunstenaar autonome kunst maakt. Daarvoor leefde een kunstenaar van de opdrachten die hij kreeg en was kunst een ambacht, net zoals dat van de bakker en de loodgieter. Volgens Doorman hebben wij een romantische kunstopvatting: we kijken naar kunst uit bijvoorbeeld de zestiende eeuw, vanuit ons referentiekader. Per definitie is het niet mogelijk om naar een Rembrandt te kijken zoals zijn tijdgenoten dat deden. De kunstenaar heeft het moeilijker gekregen, omdat er veel minder vastligt: de vrijheid van de kunstenaar is verpletterend, aldus Doorman. Hij heeft een kanttekening bij de doelstelling om interdisciplinariteit en grensoverschrijding na te streven, omdat bij verdwijning van de regels de grenzen ook vervagen. Hoe kun je ze dan overschrijden? De overschrijding die hem in ieder geval een doorn in het oog lijkt is die tussen populaire en elite cultuur, zoals de verkitsching van ‘Het meisje met de parel’ van Vermeer en de vier jaargetijden van Vivaldi. Het lijkt een tegenstelling, maar is dat misschien niet: Doorman pleit er voor dat kunstenaars de regels definiëren zodat ze overschrijdbaar worden.

Joost Rekveld

Joost Rekveld

Overschrijding van onze zintuigen is of lijkt het streven van Joost Rekveld die ons in een volgende lezing meeneemt op een reis naar nieuwe zintuigen. Met zelfgebouwde instrumenten hoopt hij elektrostatische lading waar te nemen. Langs diverse locaties in de stad heeft hij signalen opgevangen en ontwikkelde een gevoeligheid voor andere sensaties dan je via vijf zintuigen ontvangt. De kassen van de Hortus bleken een agressieve omgeving met veel glas en plastic en dat merkte hij eigenlijk pas toen hij weer buiten stond en een enorme rust waarnam. Joost vertelt over zijn inspiratiebronnen en over hoe hij te werk gaat. Hij vertelt over zintuigen die mensen niet hebben, maar dieren wel en hoe het zou zijn als mensen ook over die zintuigen zouden kunnen beschikken, zoals over de gevoeligheid voor polarisatierichting of een ingewikkeld kleurwaarneemsysteem. En over de experimenten van de Mexicaanse neurowetenschapper Bach-y-Rita, die onderzoek deed naar neuroplasticiteit en ‘sensory substitution’, waarbij je een uitgevallen zintuig (zoals zien) vervangt door te trainen op andere prikkels.

Piet Devos

Piet Devos

Mede dankzij het bestaan van braille kon de volgende spreker naar een gewone school en uiteindelijk promoveren. Ook braille is te zien als een vorm van ‘sensory substitution’. Over hoe de zintuiglijke waarneming wordt verbeeld in de literatuur of breder: hoe kunst dat doet, spreekt dr. Piet Devos als we het hoofdgerecht dat geel en blauw gekleurd is, hebben verorberd. Zonder beelden spreekt hij ons voorstellingsvermogen aan. Tegen de tijd dat Piet Devos aan het woord kwam, raakte ik al enigszins overprikkeld, maar voor zover ik zijn verhaal (bewonderenswaardig, want volledig uit het hoofd) kon volgen, was er een link tussen kunst en filosofie en dan voornamelijk over de manier waarop lichamelijkheid wordt aangesproken. Zodra Devos het fragment van het oog in Un Chien Andalou van Dali en Bunuel bespreekt, zie ik het ook meteen weer voor me. En ik herinner me de geschokte reactie van mijn ouders, terwijl het mes het oog doorklieft en de televisie (het werd door de VPRO uitgezonden) net te laat werd uitgezet. Duidelijk is dat de lichamelijke integriteit van de toeschouwers werd aangetast. Zo grof en dichtbij dat het je bijna zelf overkomt. Grensoverschrijdend. Devos bespreekt naast de surrealisten ook allerlei kunststromingen waardoor het lichamelijke wordt aangesproken en waarneming verandert. Om uiteindelijk uit te komen bij de mogelijkheid dat we architectuur en technologie incorporeren.

Joost and the Soundscapers

Joost and the Soundscapers

Tot slot van deze imponerende Veenfabriek improviseert Joost Rekveld samen met Paul Koek, Ton van der Meer en John van Oostrum op beelden van de film #43. Een lust voor oog en oor.

——————————————————————————-
Foto’s gemaakt met de camera op mijn telefoon. Voor betere beelden, zie Utopisch Nest

Geplaatst in Film, Kunst, Muziektheater | Tags: , , , | Een reactie plaatsen

Facetten van de liefde gedanst door LeineRoebana

De Blauwe Sleutel van Theater Ins Blau, die ik tot eind 2014 mag gebruiken, biedt me de mogelijkheid om mijn horizon nog meer te verbreden. In februari ben ik naar twee voorstellingen geweest: Wolfshuilen van Theatergroep Maastricht en Next I en II van LeineRoebana. Eerlijk gezegd begreep ik de noodzaak van ‘Wolfshuilen’ niet, maar van LeineRoebana was ik onder de indruk. Ik zag deze muziektheatrale dansvoorstelling op 11 februari j.l.

Tranen rollen van mijn wangen bij de eerste tonen die Matthias Kadar op gitaar inzet. Voor aanvang van de voorstelling had ik al gelezen dat zij een rol speelde, de zangeres met de elastieken stembanden. Na deze tonen zou ongetwijfeld de uitvoering van Matthias me evenzeer hebben geraakt als alle andere liedjes die hij tijdens de voorstelling zong. Maar dat de elastieken stem zelf door de luidsprekers zou klinken, hard en overweldigend, had ik niet verwacht. Ook had ik mijn reactie niet verwacht, maar ik kon er niets aan doen. Kennelijk is Nina Hagen onverbrekelijk met mijn jeugd verbonden. En niet alleen met mijn jeugd, maar ook met onvervulde dromen. Wat had ik een respect voor het geweld van haar stem en wat had ik graag ook zo loeihard en hoog door een microfoon gebruld als zij. Klassiek geschoold en eindigen met het erbarmelijke getok van een kip. Naturträne, luister maar, ik krijg er spontaan weer kippenvel (!) van.

Next I en II, zo heten de twee delen van de dansvoorstelling van LeineRoebana. Het was alweer een eeuwigheid geleden dat ik voor het laatst iets zag van dit choreografen duo. In het LAKtheater zal het zijn geweest, lang voor de geboorte van mijn zoon. Te lang geleden. In Next I, voor de pauze, zingt Mathias Kadar zoete liedjes over de liefde, over de wanhoop en eenzaamheid die de liefde veroorzaakt en over de gelukzaligheid ervan. In de choreografie zien we als toeschouwer een reactie op die liedjes. Aangezien ik er vooral de eenzaamheid in herkende, paste de expressie van de dansers wonderwel bij de muziek. Na afloop raakte ik in gesprek met iemand die juist vond dat de dansers rekening hadden moeten houden met de romantiek van de muziek. Zo uiteenlopend kunnen toeschouwers er kennelijk over denken.

Na de pauze werd er heftiger op de muziek gereageerd. Next II is een eerbetoon aan de vorig jaar overleden choreograaf Ton Lugterink. Voor aanvang van de voorstelling hadden de makers al verteld wat ze van Lutgerink geleerd hadden. En dat zie je ook terug in deel II. Zijn in het eerste stuk drie dansers aan het woord, in het tweede deel staan ze allemaal op het toneel, vreemd uitgedost en eigengereid. Niet van plan om ook maar enigszins tegemoet te komen aan normen en waarden met betrekking tot hun uiterlijk en hun expressie. En waarschijnlijk ook met betrekking tot hun innerlijk. Hoever kun je gaan om je eigen weg te bewandelen? Zanger en gitarist(en) spelen dat het een lieve lust is, soms levert dat gelijkaardige bewegingen op, maar meestal volgt een min of meer heftige reactie op de muziek. Misschien is Nina Hagen, die ook al in de folder wordt genoemd, inderdaad wel het meest extreme voorbeeld van iemand die lak heeft aan afspraken en mode en ook in haar muziek eigengereid en extreem is. En politiek geëngageerd ook, wat onder meer blijkt uit Unbeschreiblich Weiblich, dat overigens prachtig vertolkt wordt door Matthias Kadar, een opstapje naar Nina Hagen zelf. Ik kijk nu alweer uit naar een volgende voorstelling van dit dansgezelschap.

Geplaatst in Blauwe Sleutel, Muziek | Tags: , | 1 reactie